Algemene voorwaarden
Op al onze prestaties en diensten zijn onze algemene voorwaarden van toepassing.
Facturatie en betaling
1.1 Alle facturen zijn betaalbaar binnen de op de factuur vermelde termijn, behoudens indien schriftelijk anders werd overeengekomen.
1.2 De niet-betaling op de vervaldag van 1 enkele factuur, maakt het verschuldigd saldo van alle andere facturen, zelfs niet-vervallen facturen, van rechtswege onmiddellijk opeisbaar.
1.3 Onverminderd haar recht op schadevergoeding is de Kerkfabriek in geval van niet-betaling op één enkele vervaldag of niet-naleving van elke andere contractuele verplichting door de Klant, gerechtigd ofwel de uitvoering van de overeenkomst op te schorten zonder voorafgaande ingebrekestelling, ofwel de overeenkomst van rechtswege te ontbinden per aangetekend schrijven. De uitvoering van de prestaties zal slechts hernomen worden na integrale betaling van de achterstallige facturen, schadevergoedingen, interesten en gerechtskosten en dat onder voorbehoud van het recht van De Kerkfabriek om vooralsnog de overeenkomst als verbroken te beschouwen ten laste en ten nadele van de Klant.
1.4 Elk protest van een factuur dient per aangetekend schrijven te gebeuren binnen een termijn van acht (8) dagen na ontvangst van de factuur. Protesten die na het verstrijken van deze termijn geformuleerd worden, zullen niet aanvaard worden. Elk protest moet gemotiveerd zijn. Afwezigheid van protest geldt als aanvaarding van de factuur.
1.5 De Klant en de Kerkfabriek komen overeen dat er tussen al hun wederzijdse vorderingen dadelijk compensatie optreedt vanaf het ontstaan van de respectievelijke vorderingen, met inbegrip van de nog niet zekere, vervallen of opeisbare vorderingen en met inbegrip van alle vorderingen die afhangen van een toekomstige voorwaarde waaronder ook alle om welke reden ook verschuldigde schadevergoedingen (inclusief de schade, onkosten of uitgaven) overeenkomstig de Wet van 15 december 2004 betreffende de financiële zekerheden.
In B2B-relaties:
1.6 Bij niet-betaling van de factuur binnen de gestelde termijn is vanaf de vervaldag van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling een forfaitaire vergoeding verschuldigd ten belope van 10,00% van het openstaande factuurbedrag, met een minimum van 50,00 EUR en onverminderd het recht van de Kerkfabriek om een hogere vergoeding te vorderen mits bewijs van hogere werkelijk geleden schade. Indien er een factuur na vervaldatum betaald wordt, worden alle -ook niet vervallenfacturen onmiddellijk opeisbaar voor inning. Bovendien zal elke onbetaalde factuur vanaf haar vervaldag, van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling, verhoogd worden met de verwijlintrest van 1,00% per maand op het openstaande factuurbedrag.
In B2C-relaties
1.7 Bij niet-betaling van de factuur op de vervaldag door een consument in de zin van art. I.1 van het Wetboek Economisch Recht, wordt door De Kerkfabriek een kosteloze betalingsherinnering verstuurd, waarna een bijkomende betaaltermijn van 14 dagen ingaat (die ingaat op de 3e werkdag na verzending van de herinnering, dan wel de dag na de verzending wanneer de herinnering elektronisch wordt verstuurd). Indien de overeenkomst met de consument een regelmatige levering van goederen en diensten betreft, kan de Kerkfabriek vanaf de vierde laattijdige betaling op een jaar, kosten aanrekenen voor de eerste betalingsherinnering en dit ten belope van 7,5 euro per herinnering.
1.8 Bij niet-betaling van de factuur door de consument na de bijkomende betaaltermijn van 14 dagen, is van rechtswege en zonder verdere ingebrekestelling een verwijlintrest verschuldigd die overeenstemt met de wettelijke interestvoet zoals bepaald in de toepasselijke wetgeving, met een minimum van 10% per jaar op het openstaande bedrag. De Kerkfabriek heeft in dat geval ook recht op een forfaitaire schadevergoeding van:
- 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;
- 30 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;
- 65 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500,01 euro met een maximum van 2.000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.